Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1184
Geen ambtshalve cassatie in zaken waarin vervangende hechtenis is verbonden aan de schadevergoedingsmaatregel in geval van toepassing art. 80a RO.
HR 03-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1731
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 november 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
19/02900
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1731, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:895, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2020
- Wetingang
Essentie
Hoge Raad komt niet terug van zijn beslissing om niet ambtshalve te casseren in zaken waarin vervangende hechtenis is verbonden aan de schadevergoedingsmaatregel, maar het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk is.
Samenvatting
Naar aanleiding van een ambtshalve opmerking in de conclusie van de A-G merkt de Hoge Raad op dat hij — mede in aanmerking genomen dat het gebruik van het bijzondere instrument van de ambtshalve cassatie in gevallen waarin art. 80a RO kan worden toegepast, niet snel aan de orde is — geen reden ziet terug te komen op zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.