RvdW 2020/1196:Herziening. Medeplegen van diefstal (art. 310 Sr) en gekwalificeerde diefstal, meermalen gepleegd (art. 311 Sr). Aangevoerd wordt dat sprake is van gegeven a.b.i. art. 457 lid 1 sub c Sv (novum), nu bij aanvraag gevoegde verklaringen en afbeelding nader onderbouwen dat aangever niet de door het hof als ‘persoon 2’ aangeduide persoon op de camerabeelden is. De verklaring van A. is onvoldoende voor de slotsom dat het hof op dat punt tot een ander oordeel zou zijn gekomen, zodat geen sprake is van een ernstig vermoeden als bedoeld in art. 457 lid 1 sub c Sv. V.z.v. de aanvraag met een beroep op de verklaring van B. en de afbeelding erop steunt dat de aanvrager t.t.v. het bewezenverklaarde twee tatoeages in zijn nek had, is niet sprake van een nieuw gegeven. Volgt afwijzing aanvraag.