Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/441
Goederenrecht. Procesrecht. Erfpachtafhankelijk opstalrecht; vergoedingsbeding waarde opstallen bij einde recht; overgangsrecht t.a.v. art. 5:105 en 5:99 BW. Tijdelijke Wet COVID-19 J&V; digitale zitting via Skype; (beperkte) openbaarheid zitting.
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:628
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/03066
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:628, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1061, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
Goederenrecht. Procesrecht. Erfpachtafhankelijk opstalrecht; vergoedingsbeding waarde opstallen bij einde recht; overgangsrecht t.a.v. art. 5:105 en 5:99 BW. Tijdelijke Wet COVID-19 J&V; digitale zitting via Skype; (beperkte) openbaarheid zitting.
Samenvatting
Art. 68a Ow NBW neemt voor de overgangsregeling in verband met de Boeken 3-10 BW onmiddellijke werking tot uitgangspunt. Art. 5:105 BW heeft betrekking op het recht van opstal. Er is geen overgangsbepaling die aan art. 5:105 BW onmiddellijke werking ontzegt. Dat art. 5:99 BW op grond van art. 170 Ow NBW niet van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.