RvdW 2010, 559:Tot verhaal van een relatief kleine geldvordering (ca. € 7.000) is de bank in 1996 overgaan tot executoriale verkoop van een (waardevol) perceel grond van de vennootschap (ca. 20.000 m2 met daarop een hotel in aanbouw). De vennootschap was door betekeningsfouten niet op de hoogte van de verkoop. Het cassatieberoep van de vennootschap wordt afgewezen op de grond dat weliswaar de betekening ongeldig was, maar de vennootschap zich niet tijdig tegen de voorgenomen executoriale verkoop had verzet en tevens had verzuimd te stellen dat zij daarvan wist noch kon weten.