Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/84
Huurovereenkomst, onrechtmatige ontruiming. Schadevergoeding voor afgevoerde zaken die na opslag zijn vernietigd. Stelplicht en bewijslast dat huurder schade heeft geleden. Taak rechter om schade te schatten indien aannemelijk is dat schade is geleden, art. 6:97 BW.
HR 23-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1941
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
21/02706
- Conclusie
plv. P-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Huurrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1941, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:583, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2022
Essentie
Huurovereenkomst, onrechtmatige ontruiming. Schadevergoeding voor afgevoerde zaken die na opslag zijn vernietigd. Stelplicht en bewijslast dat huurder schade heeft geleden. Taak rechter om schade te schatten indien aannemelijk is dat schade is geleden, art. 6:97 BW.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/02706
Datum 23 december 2022
ARREST
In de zaak van
1. [eiseres 1],wonende te [woonplaats],
2. [eiser 2],wonende te [woonplaats],
3. [eiser 3],wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers] en eisers onder 2 en 3 gezamenlijk: [eisers 2 en 3],
advocaat: N.C. van Steijn,
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.