Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/1485
Onrechtmatige daad; onverschuldigde betaling; ongerechtvaardigde verrijking. Art. 6:22, 25, 212 BWNA. Art. 81 lid 1 RO.
HR 23-11-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX9021
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 november 2012
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. Drion, M.V. Polak
- Zaaknummer
11/02014
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BX9021
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX9021, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX9021, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑11‑2012
Essentie
Onrechtmatige daad; onverschuldigde betaling; ongerechtvaardigde verrijking. Art. 6:22, 25, 212 BWNA. Art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
[Verzoekster], gevestigd in [vestigingsplaats], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. R.P.J.L. Tjittes,
tegen
[Verweerder], wonende in [woonplaats], verweerder in cassatie, adv.: mr. J.W.H. van Wijk.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie zijn de volgende feiten van belang1.:
- a)
Verweerder in cassatie ([verweerder]) is in 1966 in dienst getreden van eiseres tot cassatie ([verzoekster]). In 1979 is hij algemeen directeur van de vennootschap geworden. De arbeidsovereenkomst is bij rechterlijke beschikking van 26 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.