Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/1517
Uitlevering van verzoekers ter fine van vervolging is verzocht door de Amerikaanse staten Florida (Harkins, moord) en Maryland (Edwards, moord en andere misdrijven). Beide verzoekers stellen een reël risico dat zij in geval van uitlevering zullen worden veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf zonder enig uitzicht op vrijlating.
EHRM 17-01-2012, ECLI:CE:ECHR:2012:0117JUD000914607 (Harkins en Edwards/Verenigd Koninkrijk)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
17 januari 2012
- Magistraten
L. Garlicki, D.T. Björgvinsson, N. Bratza, P. Hirvelä, G. Nicolaou, Z. Kalaydjieva, V.A. De Gaetano
- Zaaknummer
9146/07
32650/07
- LJN
BW0663
- Roepnaam
Harkins en Edwards/Verenigd Koninkrijk
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2012:0117JUD000914607, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 17‑01‑2012
- Wetingang
EVRM art. 3
Essentie
Harkins en Edwards tegen UK.
Uitlevering van verzoekers ter fine van vervolging is verzocht door de Amerikaanse staten Florida (Harkins, moord) en Maryland (Edwards, moord en andere misdrijven). Beide verzoekers stellen een reël risico dat zij in geval van uitlevering zullen worden veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf zonder enig uitzicht op vrijlating.
EHRM: Voor extraterritoriale toepassing van art. 3 EVRM bestaat er geen principiëel onderscheid tussen uitlevering en uitzetting. De toets is in beide gevallen dezelfde (§ 120). Evenmin maakt het, in principe, verschil of de “onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing” die betrokkene riskeert, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.