Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/783
Groepsbelediging. Vervolging politicus wegens uitlating over ‘Minder Marokkanen’. Bewezenverklaring en art. 10 EVRM: vrijheid van meningsuiting.
HR 06-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1036
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juli 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
20/03005
- Conclusie
P-G mr. J. Silvis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1036, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:613, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:487, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
Groepsbelediging. Vervolging politicus wegens uitlating over ‘Minder Marokkanen’. De oordelen van het hof, die erop neerkomen dat de bewezenverklaarde voor een groep personen krenkende uitlatingen van de verdachte onnodig grievend zijn en dat de schuldigverklaring van de verdachte aan groepsbelediging in de zin van art. 137c Sr zonder oplegging van straf of maatregel niet onverenigbaar is met het mede door art. 10 EVRM gewaarborgde recht van de verdachte op vrijheid van meningsuiting, geven niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en zijn toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
De strafbaarstelling van groepsbelediging in artikel 137c Sr ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.