Einde inhoudsopgave
Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973
Artikel 6 Opsporing van overtredingen en handhaving van de bepalingen van het Verdrag
Geldend
Geldend vanaf 02-10-1983
- Bronpublicatie:
02-11-1973, Trb. 1978, 187 (uitgifte: 29-12-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-10-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-08-1983, Trb. 1983, 126 (uitgifte: 10-08-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
(1)
De Partijen bij het Verdrag werken samen bij de opsporing van overtredingen en de handhaving van de bepalingen van dit Verdrag, daarbij gebruik makend van alle passende en uitvoerbare maatregelen van opsporing en milieubewaking en van doeltreffende methoden voor het rapporteren en het verzamelen van bewijsmateriaal.
(2)
Een schip waarop dit Verdrag van toepassing is kan in elke haven of op elke laad- en losplaats buitengaats van een Partij worden onderworpen aan inspectie door ambtenaren die door die Partij zijn aangesteld of gemachtigd om na te gaan of het betrokken schip schadelijke stoffen heeft geloosd in strijd met de bepalingen van de Voorschriften. Indien bij de inspectie schending van het Verdrag blijkt, wordt de Administratie een rapport toegezonden met het oog op het nemen van passende maatregelen.
(3)
Alle Partijen verschaffen de Administratie het bewijsmateriaal, indien voorhanden, dat het schip in strijd met de bepalingen van de Voorschriften schadelijke stoffen of vloeistoffen die dergelijke stoffen bevatten heeft geloosd.
Indien mogelijk stelt het bevoegde gezag van de betrokken Partij de gezagvoerder van het schip in kennis van de beweerde overtreding.
(4)
Na ontvangst van dergelijk bewijsmateriaal stelt de Administratie een onderzoek in, waarbij de andere Partij kan worden verzocht om aanvullend of beter bewijsmateriaal te leveren met betrekking tot de beweerde overtreding. Indien de Administratie ervan overtuigd is dat voldoende bewijsmateriaal voorhanden is om een rechtsvervolging in te stellen met betrekking tot de beweerde overtreding, stelt zij ten spoedigste een dergelijke rechtsvervolging in overeenkomstig de eigen wetgeving. De Administratie stelt de Partij die de beweerde overtreding heeft gerapporteerd, alsmede de Organisatie, onverwijld in kennis van de genomen stappen.
(5)
Een Partij kan tevens een schip waarop dit Verdrag van toepassing is inspecteren wanneer dit een haven of een laad- of losplaats buitengaats onder haar rechtsmacht binnenvaart, indien een verzoek tot het instellen van een onderzoek van enige Partij is ontvangen, te zamen met voldoende bewijsmateriaal dat het schip ergens schadelijke stoffen, of vloeistoffen die dergelijke stoffen bevatten, heeft geloosd. Het rapport betreffende een dergelijk onderzoek wordt toegezonden aan de Partij die heeft verzocht dit onderzoek in te stellen en aan de Administratie, opdat krachtens de bepalingen van dit Verdrag de juiste stappen kunnen worden genomen.