Einde inhoudsopgave
Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973
Protocol II Arbitrage
Geldend
Geldend vanaf 02-10-1983
- Bronpublicatie:
02-11-1973, Trb. 1978, 187 (uitgifte: 29-12-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-10-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-08-1983, Trb. 1983, 126 (uitgifte: 10-08-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
(overeenkomstig artikel 10 van het Verdrag)
Artikel I
Tenzij de partijen bij het geschil anders besluiten, wordt de scheidsrechterlijke procedure gevoerd met inachtneming van de bepalingen van dit Protocol.
Artikel II
(1)
Een scheidsgerecht wordt ingesteld op verzoek van een Partij bij het Verdrag, gericht aan een andere Partij, overeenkomstig artikel 10 van dit Verdrag. Het verzoek om een scheidsrechterlijke beslissing bevat een voordracht van de zaak en gaat vergezeld van de ter zake dienende stukken.
(2)
De eisende Partij stelt de Secretaris-Generaal van de Organisatie in kennis van het feit dat zij de instelling van een scheidsgerecht heeft verzocht, van de namen van de partijen bij het geschil en van de artikelen van het Verdrag of van de Voorschriften waarvan de uitlegging of de toepassing naar haar mening het voorwerp van het geschil vormen. De Secretaris-Generaal doet deze inlichtingen aan alle Partijen toekomen.
Artikel III
Het scheidsgerecht bestaat uit drie leden: een scheidsman benoemd door elke partij bij het geschil en een derde scheidsman die in onderlinge overeenstemming tussen de eerstgenoemden wordt aangewezen en die het voorzitterschap van het scheidsgerecht op zich neemt.
Artikel IV
(1)
Indien na het verstrijken van een termijn van zestig dagen te rekenen vanaf de benoeming van de tweede scheidsman de voorzitter van het scheidsgerecht niet is aangewezen, gaat de Secretaris-Generaal van de Organisatie op verzoek van de meest gerede partij binnen een volgende periode van zestig dagen over tot de aanwijzing; hij doet daarbij een keuze uit een tevoren door de Raad van de Organisatie opgestelde lijst van bevoegde personen.
(2)
Indien binnen een termijn van zestig dagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek een van de partijen het lid van het scheidsgerecht, voor wiens benoeming zij verantwoordelijk is, niet heeft benoemd, kan de andere partij de Secretaris-Generaal van de Organisatie hiervan rechtstreeks in kennis stellen. Deze wijst de voorzitter van het scheidsgerecht aan binnen een termijn van zestig dagen; hij kiest deze uit de lijst bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
(3)
De voorzitter van het scheidsgerecht verzoekt, na te zijn aangewezen, de partij die geen scheidsman heeft benoemd, zulks te doen op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden. Indien de partij de vereiste benoeming niet verricht, verzoekt de voorzitter van het scheidsgerecht de Secretaris-Generaal van de Organisatie de aanwijzing te verrichten op de wijze en onder de voorwaarden bedoeld in het voorgaande lid.
(4)
De voorzitter van het scheidsgerecht indien aangewezen met inachtneming van het bepaalde in dit artikel mag niet de nationaliteit bezitten of bezeten hebben van een van de betrokken partijen, tenzij de andere partij daarmee instemt.
(5)
In geval van overlijden of in gebreke blijven van een scheidsman voor wiens benoeming een van de partijen verantwoordelijk is, benoemt die partij een vervanger binnen een termijn van zestig dagen te rekenen van de datum van overlijden of in gebreke blijven. Indien deze partij de benoeming niet verricht, wordt de procedure voortgezet door de overblijvende scheidsmannen. In geval van overlijden of in gebreke blijven van de voorzitter van het scheidsgerecht wordt een vervanger aangewezen overeenkomstig het bepaalde in artikel III hierboven of, bij gebreke van overeenstemming tussen de leden van het scheidsgerecht, binnen een termijn van zestig dagen te rekenen van het overlijden of in gebreke blijven, overeenkomstig het bepaalde in dit artikel.
Artikel V
Het scheidsgerecht kan kennis nemen van en beslissen over tegenvorderingen die rechtstreeks voortvloeien uit het onderwerp van geschil.
Artikel VI
Elke partij is verantwoordelijk voor de bezoldiging van haar scheidsman en de betaling van aanverwante kosten, alsmede voor de kosten van voorbereiding van haar eigen zaak. De kosten van bezoldiging van de voorzitter van het scheidsgerecht en alle uitgaven van algemene aard die de scheidsrechterlijke procedure met zich meebrengt worden door de Partijen gelijkelijk gedragen. Het scheidsgerecht houdt boek van alle uitgaven en verstrekt een eindafrekening.
Artikel VII
Elke Partij bij het Verdrag die een juridisch belang heeft bij de zaak en die door de uitspraak in dit belang kan worden getroffen, kan zich, na schriftelijke kennisgeving aan de partijen die de procedure oorspronkelijk hebben aangespannen, met toestemming van het scheidsgerecht, in de procedure voegen.
Artikel VIII
Een ingevolge de bepalingen van dit Protocol ingesteld scheidsgerecht stelt zelf zijn procedureregels vast.
Artikel IX
(1)
Beslissingen van het scheidsgerecht, zowel wat betreft de procedure en de plaats van vergadering, als wat betreft elk voorgelegd geschil worden genomen met meerderheid van stemmen; indien een van de leden van het scheidsgerecht voor wiens benoeming de partijen verantwoordelijk waren afwezig is of zich van stemming onthoudt, staat dit geen beslissing van het scheidsgerecht in de weg. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.
(2)
De partijen vergemakkelijken het werk van het scheidsgerecht en, overeenkomstig hun wetgeving en met gebruikmaking van alle hun ten dienste staande middelen, in het bijzonder:
- (a)
verschaffen zij het scheidsgerecht de nodige stukken en inlichtingen;
- (b)
stellen zij het scheidsgerecht in staat hun grondgebied te betreden, getuigen of deskundigen te horen en de situatie ter plaatse in ogenschouw te nemen.
(3)
Afwezigheid of in gebreke zijn van een partij belemmert de voortgang van de procedure niet.
Artikel X
(1)
Het scheidsgerecht doet uitspraak binnen een termijn van vijf maanden te rekenen van zijn instelling, tenzij het besluit, indien noodzakelijk, deze termijn met niet meer dan drie maanden te verlengen. De uitspraak van het scheidsgerecht is met redenen omkleed. Zij is definitief en er staat geen beroep tegen open; de uitspraak wordt aan de Secretaris-Generaal van de Organisatie medegedeeld. De partijen voldoen onverwijld aan de uitspraak.
(2)
Alle geschillen die zich tussen de partijen kunnen voordoen ten aanzien van de uitlegging of uitvoering van de uitspraak, kunnen door de meest gerede partij worden voorgelegd aan het scheidsgerecht dat de uitspraak heeft gedaan of, indien dit niet beschikbaar is, aan een ander voor dit doel ingesteld scheidsgerecht, dat is ingesteld op dezelfde wijze als het eerste scheidsgerecht.