Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie
Artikel 49 bis Emissies die permanent chemisch in een product zijn gebonden
Geldend
Geldend vanaf 17-10-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
23-09-2024, PbEU L 2024, 2024/2493 (uitgifte: 27-09-2024, regelingnummer: 2024/2493)
- Inwerkingtreding
17-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2024, PbEU L 2024, 2024/2493 (uitgifte: 27-09-2024, regelingnummer: 2024/2493)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
1.
De exploitant trekt van de emissies van de installatie elke hoeveelheid CO2 af die afkomstig is uit koolstof waarvoor geen nultarief geldt in activiteiten die vallen onder bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG en die niet uit de installatie wordt uitgestoten, maar permanent chemisch is gebonden in een product dat is opgenomen in de gedelegeerde verordening die is vastgesteld op grond van artikel 12, lid 3 ter, van Richtlijn 2003/87/EG.
In het geval van CO2 afkomstig uit materialen of brandstoffen die een koolstoffractie bevatten waarvoor het nultarief geldt, trekt de exploitant van de emissies van de installatie alleen de hoeveelheid CO2 af die permanent chemisch gebonden is in een product dat is opgenomen in de gedelegeerde verordening die is vastgesteld op grond van artikel 12, lid 3 ter, van Richtlijn 2003/87/EG, evenredig aan de koolstoffractie die niet afkomstig is uit koolstof waarvoor het nultarief geldt.
2.
Voor de bepaling van de hoeveelheid CO2 die is gebonden in een product dat voldoet aan de specificaties van lid 1, past de exploitant hetzij de standaardmethode overeenkomstig de punten 2 en 4 van bijlage II bij deze verordening toe, hetzij een massabalans overeenkomstig artikel 25 van deze verordening met gebruikmaking van de brandstoffen en materialen die het proces waarin het CO2 chemisch gebonden wordt, binnenkomen en verlaten, als de relevante bronstromen voor deze berekening, rekening houdend met eventuele aan dat proces gerelateerde verbrandingsemissies. Daartoe wordt het hoogste niveau zoals gedefinieerd in bijlage II bij deze verordening toegepast, zoals in die bijlage is gespecificeerd voor de activiteit waaruit het CO2 afkomstig is. De exploitant mag echter het eerstvolgende lagere niveau toepassen mits hij naar tevredenheid van de bevoegde autoriteit aantoont dat de toepassing van het hoogste niveau als bepaald in bijlage II bij deze verordening technisch niet haalbaar is of leidt tot onredelijke kosten.