RvdW 2018/1154:Verstek. Op de gronden die zijn vermeld in de CAG, is het middel terecht voorgesteld; de uitdrukkelijke vermelding van adres X in de bij de appelakte gevoegde schriftelijke bijzondere volmacht tot het instellen van hoger beroep als adres waaraan een afschrift van de appeldagvaarding kan worden verstuurd, kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan als de opgave van een adres als bedoeld in art. 588a lid 1 aanhef en onder c, Sv waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden toegezonden.