Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1145
Poging tot diefstal en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. 1. Verwerping verweer dat het om ‘stoerdoenerij’ en ‘een grapje’ ging. Sprake van oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. 2. Bij slachtoffer kon in redelijkheid vrees ontstaan dat zij haar leven zou verliezen.
HR 09-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1892
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/01636
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1892, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1124, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑08‑2018
Essentie
Poging tot diefstal en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
1. Verwerping verweer dat het om ‘stoerdoenerij’ en ‘een grapje’ ging. Sprake van oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening.
2. Bij slachtoffer kon in redelijkheid vrees ontstaan dat zij haar leven zou verliezen.
Partij(en)
9 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 17/01636
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 15 maart 2017, nummer 22/003944-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.