Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1130
Aan verdachte is in het Nederlands mededeling van vonnis gedaan. Vertaling mocht achterwege blijven. Hoger beroep is tardief ingesteld.
HR 09-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1888
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/00351
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1888, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1131, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑08‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Aan verdachte is in het Nederlands mededeling van vonnis gedaan. Vertaling mocht achterwege blijven. Hoger beroep is tardief ingesteld. Op grond van de geschiedenis van de totstandkoming van art. 366 lid 4 Sv moet worden aangenomen dat de mate waarin een verdachte ten tijde van het eerste verhoor door de politie de Nederlandse taal beheerst mede een relevante omstandigheid kan zijn voor de beoordeling of sprake is van een verdachte die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst in de zin van voormelde bepaling. Gelet hierop geeft het klaarblijkelijke oordeel van het hof dat in de onderhavige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.