Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/1072
Als bewijs bezigen van een beroep op het zwijgrecht is niet toelaatbaar.
HR 16-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2764
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 september 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
12/05887
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2764, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1542, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2014
Essentie
Als bewijs bezigen van een beroep op het zwijgrecht is niet toelaatbaar.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 7 december 2012, nummer 23/000289-11, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. G. Meijers, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
Verdachte is bij arrest van 7 december 2012 door het gerechtshof Amsterdam wegens 1. “opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod” en 2. “witwassen” veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren. Tevens heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.