Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/1083
Klaarblijkelijk niet slagende bewijsklachten.
HR 16-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2799
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 september 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/06103
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2799, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1775, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑08‑2014
Essentie
Klaarblijkelijk niet slagende bewijsklachten.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 12 november 2013, nummer 23/001401-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. P.H.L.M. Souren, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het cassatieberoep richt zich tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 12 november 2013. Namens verzoeker is tijdig een schriftuur houdende vijf middelen van cassatie ingezonden.
2.
Anders dan in het eerste, het tweede en het derde middel wordt aangevoerd houden de bewijsmiddelen 1, 12 en 13 geen verklaringen in die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.