RvdW 2022/479:Zedenzaak. Ontucht met 8-jarige kleindochter door 76-jarige verdachte (meermalen gepleegd), art. 244 en 247 Sr. 1. Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). Vindt verklaring van aangeefster voldoende steun in verklaringen van haar vader en verdachte? 2. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat verklaring aangeefster onbetrouwbaar is. 3. Schriftuur benadeelde partij. Oordeel hof dat wettelijke rente voor immateriële schade aanvangt op laatste datum van tlgd. periode juist en begrijpelijk? HR: art. 81 lid 1 RO.

RvdW 2022/479

Zedenzaak. Ontucht met 8-jarige kleindochter door 76-jarige verdachte (meermalen gepleegd), art. 244 en 247 Sr. 1. Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). Vindt verklaring van aangeefster voldoende steun in verklaringen van haar vader en verdachte? 2. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat verklaring aangeefster onbetrouwbaar is. 3. Schriftuur benadeelde partij. Oordeel hof dat wettelijke rente voor immateriële schade aanvangt op laatste datum van tlgd. periode juist en begrijpelijk? HR: art. 81 lid 1 RO.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Zedenzaak. Ontucht met 8-jarige kleindochter door 76-jarige verdachte (meermalen gepleegd), art. 244 en 247 Sr. 1. Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). Vindt verklaring van aangeefster voldoende steun in verklaringen van haar vader en verdachte? 2. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat verklaring aangeefster onbetrouwbaar is. 3. Schriftuur benadeelde partij. Oordeel hof dat wettelijke rente voor immateriële schade aanvangt op laatste datum van tlgd. periode juist en begrijpelijk? HR: art. 81 lid 1 RO.

Partij(en)

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 20/02892

Datum 19 april 2022 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.