Einde inhoudsopgave
Artikel 6 EVRM en de civiele procedure (BPP nr. 10) 2008/6.3
6.3 Reikwijdte van de onafhankelijkheid van de burgerlijke rechter
Mr. P. Smits, datum 06-03-2008
- Datum
06-03-2008
- Auteur
Mr. P. Smits
- JCDI
JCDI:ADS304891:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (1979).
Duynstee (1974), p. 35. Kuijer (2004), p. 207-210, lijkt zich bij deze indeling aan te sluiten, waar hij onderscheidt tussen 'functional independence' enerzijds en 'personal independence' anderzijds.
Star Busmann/Rutten (1972), nr. 51.
Snijders, Ynzonides en Meijer (2007), nr. 36.
Zo legt De Groot-van Leeuwen (1991), p. 41 e.v., de onafhankelijkheid uit op drie niveaus: dat van de individuele rechter in zijn maatschappelijke context, dat van de verhouding van de individuele rechter ten opzichte van het juridisch systeem en dat van het juridisch systeem ten opzichte van de overheid. Cliteur (1999), p. 9 e.v., onderscheidt zelfs acht vormen van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, zij het dat de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat daarin enkele doublures voorkomen vanwege de onderscheiden behandeling door Cliteur van rechters enerzijds en leden van het OM anderzijds.
Council of Europe, European Charter on the Statute for Judges, Strasbourg 8-10 July 1998 (DAJ/DOC (98) 23).
De rechterlijke onafhankelijkheid laat zich op vele wijzen rubriceren. De werkgroep NVvR1 onderscheidt vier soorten rechterlijke onafhankelijkheid, te weten: de constitutionele, rechtspositionele, functionele en feitelijke onafhankelijkheid.
Deze indeling komt gedeeltelijk overeen met het onderscheid dat door Duynstee2 aangebracht is tussen de zakelijke (functionele) en persoonlijke (rechtspositionele) onafhankelijkheid, welke zien op de eerste twee door de werkgroep NVvR aangeduide soorten. Men kan de onafhankelijkheid ook anders onderverdelen en deze betrekken op de verschillende subjecten ten opzichte van welke onafhankelijkheid dient te bestaan. Deze benadering lijken Star Busmann/Rutten en Snijders, Ynzonides en Meijer te hanteren. Star Busmann/Rutten onderscheidt tussen de onafhankelijkheid van de rechter ten opzichte van de uitvoerende macht, de justitiabelen en de collega-rechters.3 Snijders, Ynzonides en Meijer4 maken een onderscheid tussen de onafhankelijkheid van de rechter ten opzichte van andere staatsmachten en ten opzichte van partijen.
Nog andere rubriceringen zijn mogelijk,5 doch het komt mij voor dat de vierkleurige vlag door de werkgroep NVvR gehesen het meest volledig en praktisch de lading der onafhankelijkheid dekt. Ik zal daarom deze vlag laten wapperen bij de bespreking van de verschillende deelaspecten der onafhankelijkheid, met de uitdrukkelijke aantekening dat ik mij hier en daar de vrijheid voorbehoud een bepaald deelaspect ergens anders onder te brengen dan door de werkgroep NVvR zou zijn gedaan. In die bespreking zal ik bij gelegenheid betrekken bepalingen uit aanbeveling R(94)12 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa betreffende de 'Independence, efficiency and role of judges', waarvan de volledige tekst achterin dit boek is opgenomen, alsmede het European Charter on the Statute for Judges, een document van de Raad van Europa dat in juli 1998 het licht gezien heeft.6