Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/635
VWEU. Art. 56; vrijheid van dienstverrichting; vrij verkeer van kapitaal. EEX-Verordening II. Rechterlijke bevoegdheid; formeel toepassingsgebied; art. 17, lid 1; begrip 'consument'; vordering inzake 'zakelijke rechten op goederen' in de zin van art. 24 punt 1.
HvJ EU 14-02-2019, ECLI:EU:C:2019:123 (Milivojević)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
14 februari 2019
- Magistraten
K. Lenaerts, A. Prechal, C. Toader, A. Rosas, M. Ilešič
- Zaaknummer
C-630/17
- Conclusie
A-G E. Tanchev
- Roepnaam
Milivojević
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:123, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 14‑02‑2019
ECLI:EU:C:2018:908, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2018
- Wetingang
Essentie
Anica Milivojevič tegen Raiffeisenbank St. Stefan-Jagerberg-Wolfsberg eGen.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Općinski Sud u Rijeci — Stalna služba u Rabu (rechter voor de gemeente Rijeka — permanente sectie van Rab, Kroatië) bij beslissing van 6 november 2017.
VWEU. Art. 56; vrijheid van dienstverrichting; vrij verkeer van kapitaal. EEX-Verordening II. Rechterlijke bevoegdheid; formeel toepassingsgebied; art. 17, lid 1; begrip ‘consument’; vordering inzake ‘zakelijke rechten op goederen’ in de zin van art. 24 punt 1.
1. Art. 56 VWEU moet aldus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.