Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/625
Poging doodslag door aangever met een mes in de rug te steken en meermalen in het gezicht te slaan/stompen, art. 287 Sr. Noodweer(exces)? Het oordeel van hof dat het bestaan van een situatie van noodweer(exces) nadat verdachte zijn woning weer had verlaten, niet aannemelijk is geworden en dat daarom het beroep op noodweer(exces) moet worden verworpen, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.
HR 14-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:716
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 mei 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/05494
- Conclusie
P-G mr. J. Silvis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:716, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:237, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑2019
Essentie
Poging doodslag door aangever met een mes in de rug te steken en meermalen in het gezicht te slaan/stompen, art. 287 Sr. Noodweer(exces)? Het oordeel van hof dat het bestaan van een situatie van noodweer(exces) nadat verdachte zijn woning weer had verlaten, niet aannemelijk is geworden en dat daarom het beroep op noodweer(exces) moet worden verworpen, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.
Partij(en)
14 mei 2019
Strafkamer
nr. S 17/05494
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 9 november ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.