RvdW 2019/636
EEX-Verordening II. Materieel toepassingsgebied; uitgesloten zaken; 'sociale zekerheid' in de zin van art. 1 lid 1. Verzoek tot afgifte van het certificaat als bedoeld in art. 53; functies van dit certificaat; taak van het gerecht dat om afgifte van het certificaat wordt verzocht.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
28 februari 2019
- Magistraten
K. Lenaerts, A. Prechal, C. Toader, A. Rosas, M. Ilešič
- Zaaknummer
C-579/17
- Conclusie
A-G Y. Bot
- Roepnaam
Gradbeništvo Korana
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:162, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 28‑02‑2019
ECLI:EU:C:2018:863, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2018
- Wetingang
Art. 1 Brussel I-bis
Essentie
BUAK Bauarbeiter-Urlaubs- u. Abfertigungskasse tegen Gradbeništvo Korana d.o.o.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Arbeits- und Sozialgericht Wien (Oostenrijk) bij beslissing van 28 september 2017.
EEX-Verordening II. Materieel toepassingsgebied; uitgesloten zaken; 'sociale zekerheid' in de zin van art. 1 lid 1. Verzoek tot afgifte van het certificaat als bedoeld in art. 53; functies van dit certificaat; taak van het gerecht dat om afgifte van het certificaat wordt verzocht.
Art. 1 EEX-Verordening II moet aldus worden uitgelegd dat een vordering tot betaling van een schuld bestaande uit toeslagen ...