Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/858
Niet-ontvankelijkheid OM vanwege indirecte uitlokkking door CIE-informant ontoereikend gemotiveerd.
HR 29-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0613
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen, W.F. Groos, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
07/10545
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BL0613
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Staatsrecht / Rechtspraak
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL0613, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL0613, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2010
- Wetingang
Sv art. 126ij en 359a
Essentie
Het hof heeft de beslissing tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging ter zake van het bezit en transport van valse bankbiljetten, gegrond op de omstandigheden dat (1) tegen betaling een CIE-informant was ingezet die betrokken was bij de overdracht van vals geld, (2) verdachte door hem via een medeverdachte is uitgelokt tot het plegen van strafbare feiten, (3) de CIE e.e.a. onvoldoende heeft onderzocht en (4) het Openbaar Ministerie onvoldoende controle heeft uitgeoefend op de aangewende opsporingsmethoden. Aldus is het oordeel dat aan verdachtes recht op een eerlijk proces is tekort gedaan, onvoldoende gemotiveerd nu verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.