Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/861
Niet-ontvankelijkheid OM vanwege uitlokkking door CIE-informant toereikend gemotiveerd.
HR 29-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0655
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen, W.F. Groos, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
08/03338
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BL0655
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL0655, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL0655, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑04‑2009
- Wetingang
Sv art. 126ij en 359a
Essentie
Het hof heeft de beslissing tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging ter zake van het bezit en transport van valse bankbiljetten, gegrond op de omstandigheden dat (1) tegen betaling een CIE-informant was ingezet die betrokken was bij de overdracht van vals geld, (2) verdachte door hem is uitgelokt tot het plegen van strafbare feiten, (3) de CIE e.e.a. onvoldoende heeft onderzocht en (4)het Openbaar Ministerie onvoldoende controle heeft uitgeoefend op de aangewende opsporingsmethoden. Aldus is dit oordeel toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Hof: Door 1) de gebrekkige controle van het CIE op het handelen van medeverdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.