Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/1419
Opzet op medeplichtigheid aan het telen van hennep volgt niet uit bewijsmiddelen en bewijsoverweging.
HR 16-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN8363
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 november 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. Savornin Lohman, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
09/01098
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BN8363
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN8363, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN8363, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2010
- Wetingang
Essentie
De verdachte heeft — met gebruikmaking van een vals identiteitsbewijs — de woning gehuurd voor een persoon, waarover zij heeft verklaard dat hij X heet en dat zij ongeveer 3 maanden een relatie met hem heeft gehad. Voorts heeft zij verklaard dat zij verder nagenoeg niets over deze X weet. In de woning is een hennepplantage aangetroffen.
HR: Aangezien de bewezenverklaring, voor zover behelzende dat de verdachte opzet heeft gehad op de medeplichtigheid aan het telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken van hennep niet zonder meer uit de gebezigde bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverweging kan worden afgeleid, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.