Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/III.3.4.2.4
III.3.4.2.4 Master issuer
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS354003:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
Zie over master trusts: Kothari 2006, p. 391 e.v.; Batchvarov, Collins & Davies 2004b, p. 131 e.v.; Adams 2004, p. 434 e.v.; Fitch Ratings, Structured Finance, Global credit card ABS rating criteria, June 2011, p. 25 e.v.; Moody’s Investors Service, International Structured Finance, Moody’s RMBS master trust cash-flow analysis, April 2008 en Moody’s Investors Service, Moody’s approach to rating credit card receivables-backed securities, April 2007 en Fitch IBCA, Structured Finance, ABCs of credit card ABS, July 1998.
Vgl. o.a.: Niemeier 2004, p. 184 en Fitch Ratings, Structured Finance, U.S. credit card ABS rating criteria, March 2008, p. 14-15.
Zie voor dit begrip: § III.2.1.2.
Dilutions dienen over het algemeen door de originator aan het SPV te worden vergoed (zie nr. 204). Bij een ‘master trust’ kunnen de bedragen die daarmee gemoeid zijn in mindering worden gebracht op de ‘seller interest’ van de originator.
Zie nr. 248.
280. Beschrijving. Voorts kan worden gewezen op de zogeheten master trust of master issuer structuur. In een dergelijke transactiestructuur geeft het SPV (in Anglo-Amerikaanse rechtsstelsels meestal een trust) van tijd tot tijd series van ABS uit die worden gedekt door een en dezelfde vorderingenportefeuille. De vorderingen die door het SPV met de opbrengsten van de effectenemissies worden aangekocht, worden toegevoegd aan de reeds bestaande portefeuille. Daarnaast blijft de originator over het algemeen een economisch belang behouden bij een substantieel deel van de vorderingenportefeuille (de zogeheten ‘seller interest’). De ‘master issuer’ structuur wordt onder meer gebruikt voor de securitisation van credit card vorderingen, handelsvorderingen en hypotheekvorderingen, alsmede voor CDO’s.1
Naast het feit dat een ‘master trust’ kostenefficiënt is – de kosten van het steeds opnieuw optuigen van een transactie worden bespaard –, is een belangrijk voordeel van een dergelijke structuur de grotere liquiditeit die daarin aanwezig is. Indien een effectenserie moet worden afgelost, kan daarvoor in beginsel de door de gehele portefeuille (en niet slechts een pro rata deel daarvan) gegenereerde geldstroom worden aangewend. In een ‘master trust’ structuur zijn derhalve meer gelden beschikbaar voor de tijdige aflossing van hoofdsom dan in een structuur waarin de ABS alleen kunnen worden voldaan met de opbrengsten van de vorderingenportefeuille die in concreto met de opeisbare effectenserie is ge(her)financierd. Dit vermindert de behoefte aan (dure) externe liquiditeitsfaciliteiten teneinde de aflossing van de ABS zeker te stellen en maakt het mogelijk ABS te creëren met verschillende aflossingsprofielen. Een voordeel van de ‘master trust’ kan voorts zijn dat de onderliggende vorderingenportefeuille vanwege zijn relatief grote omvang optimaal gediversifieerd is.
281. Seller interest. De originator is over het algemeen verplicht om een (mogelijk substantieel) belang in de portefeuille te behouden. Deze zogeheten ‘seller interest’ vervult een belangrijke functie in de transactiestructuur.2 Ten eerste absorbeert zij seizoensschommelingen in het debiteurenbestand van de originator(s)/seller(s) (denk aan handelsvorderingen, credit card vorderingen) waardoor zij een bepaalde mate van zekerheid biedt dat de ABS op elk moment volledig zijn gedekt door onderliggende vorderingen. Ten tweede kunnen ‘dilutions’ (zoals verrekeningen, ontbindingen)3 ten laste van de ‘seller interest’ worden gebracht.4 Hetzelfde geldt voor de verplichtingen van de originator/seller ter zake van de door hem afgegeven ‘representations and warranties’,5 mocht de originator deze verplichtingen vanwege bijvoorbeeld insolventie niet kunnen nakomen. De schade die het SPV daardoor lijdt kan dan in mindering worden gebracht op de ‘seller interest’. Tot slot is de ‘seller interest’ voor de originator/seller een extra stimulans om de kredietkwaliteit van de onderliggende vorderingenportefeuille op voldoende niveau te houden. De originator/seller deelt immers mee in eventuele verliezen. Opgemerkt zij echter dat de ‘seller interest’ niet tot doel heeft credit enhancement aan de ABS te bieden. Opbrengsten en verliezen worden in beginsel pro rata gedeeld.