Een nieuwe visie op de afstamming
Einde inhoudsopgave
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/6.1:6.1 Het recht van het kind op twee ouders
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/6.1
6.1 Het recht van het kind op twee ouders
Documentgegevens:
mr. P.A.W. Kuijper, datum 24-01-2014
- Datum
24-01-2014
- Auteur
mr. P.A.W. Kuijper
- JCDI
JCDI:ADS395652:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de art.1:198 en 199 BW wordt beschreven op welke manieren momenteel het juridisch ouderschap ontstaat. Staande het huwelijk en het geregistreerd partnerschap levert dit geen problemen op. Normaliter is de vrouw de juridische moeder, haar (ook eventueel tijdens de zwangerschap overleden) echtgenoot de juridische vader: ‘mater semper certa est’ en ‘pater est quem nuptiae demonstrant’. In de huidige tijd is duidelijk dat beide juridische vaststellingen berusten op een rechtsvermoeden (een fictie) en niet op de waarheid. De keuze van het moment van de vaststelling, namelijk de geboorte, is hier bepalend. Ook wordt voorbijgegaan aan de intenties van beide huwelijkspartners of partners in een geregistreerd partnerschap. Was de geboorte van een kind uit de vrouw het gevolg van een voortplantingsdaad van beide partners, die erop gericht was een kind te krijgen?
Zoals al eerder is geschreven, heeft ieder kind, indien mogelijk, recht op twee ouders. Ieder juridisch systeem dat dit faciliteert, voldoet aan de primaire behoeften van ieder kind en aan het in art. 7 IVRK toegekende recht om door zijn ouders te worden verzorgd. Sterker nog: de wetgever moet alles in het werk stellen om zoveel mogelijk te garanderen dat ieder kind twee ouders heeft. Dit betekent dat in die situaties waarin de verwekker op de een of andere wijze onbekend is (of de moeder wil dat deze vader onbekend moet blijven), het kind in het geldend recht geen juridische vader heeft.