Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/416
Eendaadse of meerdaadse samenloop? Onvoldoende belang bij cassatie; motivering dadelijke uitvoerbaarheid vrijheidsbeperkende maatregel; wijziging maximale duur maatregel.
HR 17-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:445
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 maart 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/01253
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:445, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:109, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2019
- Wetingang
Essentie
1. Onvoldoende belang bij cassatie wegens ontoereikende motivering meerdaadse samenloop. 2. Motivering dadelijke uitvoerbaarheid vrijheidsbeperkende maatregel. 3. Wijziging maximale duur vrijheidsbeperkende maatregel.
Samenvatting
- 1.
Dat het hof de bewezenverklaring van belaging en bedreiging heeft aangemerkt als meerdaadse samenloop is niet zonder meer begrijpelijk, nu het briefje met dreigende woorden één van de briefjes was waarmee verdachte de belaging heeft begaan en de strekking van beide strafbepalingen niet wezenlijk uiteenloopt. Verdachte heeft onvoldoende belang bij cassatie nu de opgelegde straf ver ligt onder het strafmaximum bij eendaadse samenloop.
- 2.
Ter motivering van een bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.