Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/383
EG-Insolventieverordening. Verzoek exequatur op door Engelse rechter toegewezen bevel; beslissing als bedoeld in art. 25 lid 1?; maatstaf. Verbod van art. 18 lid 3; strekking.
HR 18-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1404
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 maart 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
10/00502
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BP1404
- JCDI
JCDI:ADS172337:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Insolventierecht / Europees insolventierecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP1404, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP1404, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2010
- Wetingang
EG-Insolventieverordening, art. 18, 25
Essentie
EG-Insolventieverordening. Verzoek exequatur op door Engelse rechter toegewezen bevel; beslissing als bedoeld in art. 25 lid 1?; maatstaf. Verbod van art. 18 lid 3; strekking.
De rechtbank heeft onderzocht of het bevel van de Engelse rechter is te beschouwen als een beslissing (op een rechtsvordering) die haar oorsprong vindt in (en niet alleen maar beïnvloed wordt door) het insolventierecht en die uitsluitend tijdens de insolventieprocedure of in direct verband daarmee ingesteld kan worden. De rechtbank heeft daarmee de juiste maatstaf ter beantwoording van de vraag of een beslissing rechtstreeks uit de insolventieprocedure voortvloeit en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.