Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/414
Eenvormige wet op de dwangsom. Oplegging dwangsom zonder respijttermijn; tijdstip waarop dwangsom wordt verbeurd.
BenGH 11-02-2011, ECLI:NL:XX:2011:BQ2050
- Instantie
Benelux-Gerechtshof
- Datum
11 februari 2011
- Magistraten
Mrs. L. Mousel, E. Forrier, A.M.J. van Buchem-Spapens, S. Velu, R. Boes, H.A.G. Splinter-van Kan, G. Santer, A. Hammerstein, E. Conzémius
- Zaaknummer
A 2010/3
- Conclusie
Eerste A-G Dubrulle
- LJN
BQ2050
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2011:BQ2050, Uitspraak, Benelux-Gerechtshof, 11‑02‑2011
Conclusie, Benelux-Gerechtshof, 28‑06‑2010
Essentie
Vanvelk tegen Gewestelijk Stedenbouwkundig Inspecteur.
Eenvormige wet op de dwangsom. Oplegging dwangsom zonder respijttermijn; tijdstip waarop dwangsom wordt verbeurd.
Zelfde beslissing als in het eveneens op 11 februari 2011 door het Benelux-Gerechtshof uitgesproken arrest in zaak A-2010/1.
Partij(en)
Vanvelk
tegen
Gewestelijk Stedenbouwkundig Inspecteur
Conclusie
Conclusie plv. A-G mr. Dubrulle:
I. Feiten en voorafgaande rechtspleging
1.
Deze zaak heeft betrekking op de termijnen die worden bepaald door de rechter die een dwangsom oplegt, de ‘dwangsomrechter’, waarover het Hof van Cassatie van België, in een arrest van 24 december 2009 (A.R. C.06.0639.N), drie prejudiciële vragen stelt.
Uit dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.