Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/282
Caribische zaak. Zedendelicten (o.m. verkrachting) te Curaçao tegen drie tienermeisjes en vier jongvolwassen vrouwen die lid waren van een geloofsgemeenschap waarvan verdachte oprichter, organisatorisch en geestelijk leidsman was. Middelen over o.m. bewijsvoering en strafmotivering. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 11-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:239
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/04558
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:239, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1323, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2019
Essentie
Caribische zaak. Zedendelicten (o.m. verkrachting) te Curaçao tegen drie tienermeisjes en vier jongvolwassen vrouwen die lid waren van een geloofsgemeenschap waarvan verdachte oprichter, organisatorisch en geestelijk leidsman was. Middelen over o.m. bewijsvoering en strafmotivering. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/04558 A
Datum 11 februari 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 18 oktober 2018, nummer H 100/2017, in de strafzaak
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.