Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/264
Art. 81 lid 1 RO. Huurrecht. Huur bedrijfsruimte; art. 7:290 BW. Opzegging door verhuurder. Dringend persoonlijk gebruik in verband met renovatie; art. 7:296 BW.
HR 14-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:264
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 februari 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/00866
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:264, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1385, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Huurrecht. Huur bedrijfsruimte; art. 7:290 BW. Opzegging door verhuurder. Dringend persoonlijk gebruik in verband met renovatie; art. 7:296 BW.
Partij(en)
ARREST In de zaak van 1. [huurder 1] , wonende te [woonplaats] , 2. [huurder 2] , wonende te [woonplaats] , EISERS tot cassatie, hierna gezamenlijk: [de huurders], advocaat: J. den Hoed, tegen [verhuurder], wonende te [woonplaats] , VERWEERDER in cassatie, hierna: [verhuurder], advocaat: H.J.W. Alt.