Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/270
Uitleg term ‘lucht’ in art. 173a Sr.
HR 11-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:233
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/02960
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:233, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1093, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2019
- Wetingang
Essentie
Onder de term ‘lucht’ in art. 173a Sr dient uitsluitend ‘buitenlucht’ te worden verstaan.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 14 mei 2018, nummer 22/004109-14, in de strafzaak tegen [verdachte], adv.: mr. G. Spong, te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel I, zie 2.1; (red.).
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
De verdachte is bij arrest van 14 mei 2018 door het gerechtshof Den Haag wegens “opzettelijk en wederrechtelijk een stof in de lucht brengen, terwijl daarvan gevaar voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.