Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/216
Art. 81 lid 1 RO. Jeugdrecht. Beëindiging gezag van ouders. Is art.1:266 BW in strijd met art. 8 EVRM? Proportionaliteit en subsidiariteit.
HR 10-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:192
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, K. Teuben
- Zaaknummer
22/02619
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:192, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1216, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/02619
Datum 10 februari 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[de moeder],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de moeder,
advocaat: R.K. van der Brugge,
tegen
DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
gevestigd te Eindhoven,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de raad,
niet verschenen,
en
1. WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING,
gevestigd te Amsterdam,
hierna: de GI,
2. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.