Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/XI.6.1
XI.6.1 Inleiding
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS362508:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
Zie Faber & Vermunt 2010a, p. 163; Derksen 2010, p. 796; Wibier & Van ‘t Spijker 2010, p. 109; Masman & Van Welzen 2010, p. 355 en p. 111; Wibier 2009a, nr. 18; Asser/Perrick 3-IV 2007, nr. 80; Storm 2007, p. 213; Van der Weijden 2007, p. 577; Timmerman 2002, p. 417; J.J.P. Bos 2002, p. 59 en Vranken 2000, p. 434. Vgl. Fesevur 1998, p. 181
Dit is anders in geval van de cessie van de gehele restantvordering bij beëindiging van de bank- of kredietrelatie. In dat geval gaat het hypotheekrecht volledig op de cessionaris over.
Naar mijn mening staat het accessoiriteitsbeginsel er niet aan in de weg dat in de hypotheekakte wordt bepaald dat het hypotheekrecht na cessie tevens zal strekken tot zekerheid van andere vorderingen van de cessionaris.
1050. Gemeenschap of vermenigvuldiging van het hypotheekrecht? In de ‘nieuwe’ leer wordt de cessionaris van een door een bank- of krediethypotheek gesecureerde vordering tevens gerechtigd tot een deel van het hypotheekrecht, ongeacht of de bank- of kredietrelatie ten tijde van de cessie is geëindigd. Gewoonlijk wordt aangenomen dat er tussen de cedent en de cessionaris een gemeenschap van het hypotheekrecht ontstaat.1 De cessie van een door een bank- of krediethypotheek verzekerde vordering zou in dit opzicht niet anders behandeld moeten worden dan de gedeeltelijke cessie van of subrogatie in een door een ‘vaste’ hypotheek gesecureerde vordering. In dat geval zou er eveneens een gemeenschap van het hypotheekrecht ontstaan.2
Ook als de cedent na de cessie tijdelijk niets meer van de schuldenaar te vorderen heeft, blijft hij deelgerechtigd tot het hypotheekrecht, aangezien het hypotheekrecht na de cessie blijft strekken tot zekerheid van de vorderingen die de cedent uit de bank- of kredietrelatie op de schuldenaar zal kunnen verkrijgen.3 Het hypotheekrecht behoudt derhalve het karakter van een bank- of krediethypotheek, zij het dat vorderingen van de cessionaris uit anderen hoofde dan de cessie niet door het hypotheekrecht zijn verzekerd; tot zekerheid van deze vorderingen is het hypotheekrecht in de regel immers niet gevestigd.4
De vraag rijst echter of de aanname dat er een gemeenschap van het hypotheekrecht ontstaat wel zonder meer juist is en of niet het uitgangspunt zou moeten zijn dat het hypotheekrecht zich splits, of beter gezegd: vermenigvuldigt, in twee hypotheekrechten gelijk in rang. Bovendien rijst de vraag of het mogelijk is dat cedent en cessionaris overeenkomen dat het hypotheekrecht volledig overgaat op de cessionaris of volledig wordt voorbehouden door de cedent. Voorts is voor de financiële praktijk van belang de vraag of het mogelijk is dat cedent en cessionaris met derdenwerking afspraken kunnen maken over de verdeling van de executieopbrengst, mocht het tot een uitwinning van het verbonden registergoed komen. In deze paragraaf wordt op genoemde vragen ingegaan.
1051. Plan van behandeling. Allereerst wordt ingegaan op de vraag of het mogelijk is dat het hypotheekrecht zich als gevolg van de cessie splitst of vermenigvuldigt in twee hypotheekrechten gelijk in rang (§ 6.2). Vervolgens wordt de figuur van het in gemeenschap gehouden hypotheekrecht besproken (§ 6.3). Daarna wordt onderzocht of het mogelijk is dat cedent en cessionaris overeenkomen dat het hypotheekrecht volledig door de cessionaris wordt verkregen of volledig door de cedent wordt behouden (§ 6.4). Tot slot wordt aandacht geschonken aan verdeelafspraken ten aanzien van de executieopbrengst en of aan dergelijke regelingen derdenwerking kan toekomen (§ 6.5).