Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/564
Voorhanden hebben van wapen en munitie onvoldoende gemotiveerd.
HR 19-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:680
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/01641
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:680, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:267, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑09‑2015
- Wetingang
Art. 26 WWM
Essentie
Voor een veroordeling ter zake van het voorhanden hebben van een wapen of munitie in de zin van art. 26 WWM is vereist dat sprake is geweest van een meer of mindere mate van bewustheid bij de verdachte omtrent de aanwezigheid van dat wapen of die munitie. Het oordeel van het hof dat de verdachte het wapen en de munitie voorhanden heeft gehad en zich derhalve in meerdere of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid daarvan is zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.