Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 445
EHRM, 11-01-2007, nr. 20027/02
EHRM 11-01-2007, ECLI:NL:XX:2007:BA5148
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
11 januari 2007
- Magistraten
Zupančič, Bîrsan, Zagrebelsky, Myjer, David Thór Björgvinsson, Ziemele, Mayen
- Zaaknummer
20027/02
- LJN
BA5148
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2007:BA5148, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 11‑01‑2007
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Herbst tegen Duitsland.
Schending art. 6 lid 1. Redelijke termijn.
De behandeling van klagers schadevergoedingsvordering — door een onjuiste beoordeling van zijn universiteitsexamens zou klager in een depressie zijn geraakt en zijn studie niet hebben afgemaakt — heeft meer dan 18 jaar geduurd.
In Sürmeli tegen Duitsland, EHRM 8 juni 2006 (GC), RvdW 2006, 825 heeft het Hof geoordeeld dat Duitsland geen effectief rechtsmiddel kent tegen een dreigende overschrijding van de redelijke termijn in civiele procedures. In onderhavige zaak is hetzelfde aangenomen voor klachten betreffende overschrijding van de redelijke termijn in reeds geëindigde procedures. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.