Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 415
Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling. Facultatieve afwijzingsgrond van art. 288 lid 2 sub b Fw (ontbreken goede trouw bij ontstaan schulden); maatstaf. Limitatief karakter afwijzingsgronden.
HR 20-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0903
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 april 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/139HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BA0903
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA0903, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑04‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA0903, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑10‑2006
- Wetingang
Fw art. 288
Essentie
Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling. Facultatieve afwijzingsgrond van art. 288 lid 2 sub b Fw (ontbreken goede trouw bij ontstaan schulden); maatstaf. Limitatief karakter afwijzingsgronden.
De omstandigheid dat de schuldenaar t.a.v. het ontstaan van schulden niet te goeder trouw is geweest, staat op zichzelf genomen niet reeds aan toelating tot de schuldsanering in de weg. Art. 288 lid 2 sub b Fw betreft een facultatieve afwijzingsgrond, zodat het hof diende te beoordelen of die omstandigheid, bezien in het licht van alle overige omstandigheden van het geval, waaronder het ontstaan en het beloop van de overige schulden, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.