Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 435
Niet-naleven aanwijzingen betreffende zedendelicten leidt niet tot consequenties.
HR 17-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8824
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 april 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A van Dorst
- Zaaknummer
03669/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AZ8824
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ8824, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ8824, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑04‑2007
- Wetingang
Sv art. 359a
Essentie
Het op sommige punten niet-naleven van de Aanwijzing bejegening slachtoffers van zedendelicten en de Aanwijzing opsporing seksueel misbruik in afhankelijkheidsrelaties leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van het OM of tot bewijsuitsluiting. Ook geen strafvermindering, nu geen sprake was van een door strafvermindering te compenseren nadeel.
Samenvatting
's Hofs oordeel dat het op sommige punten niet-naleven van de Aanwijzing bejegening slachtoffers van zedendelicten en de Aanwijzing opsporing seksueel misbruik in afhankelijkheidsrelaties niet een zodanig ernstig vormverzuim oplevert dat dit moet leiden tot de vergaande sanctie van niet-ontvankelijkheid van het OM of tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.