Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/500
Beslag op grond van art. 94 Sv na door de Duitse autoriteiten uitgevaardigd EOB. HR wijdt algemene beschouwingen aan de geheimhouding van stukken en onderzoek.
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:653
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
21/04295
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:653, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:282, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑03‑2022
- Wetingang
Essentie
Beslag op grond van art. 94 Sv na door de Duitse autoriteiten uitgevaardigd EOB. HR wijdt algemene beschouwingen aan de geheimhouding van stukken en onderzoek, en de verplichting die daarbij voor de uitvoerende autoriteit geldt.
Samenvatting
De HR gaat in op de verplichting tot geheimhouding die de uitvoerende autoriteit bij de tenuitvoerlegging van een EOB in acht moet nemen. Deze verplichting geldt in beginsel ook in gevallen waarin op grond van art. 552a Sv een klaagschrift is ingediend. De verplichting tot geheimhouding staat er niet aan in de weg dat het Openbaar Ministerie op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.