Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/676
Medeplegen diefstal d.m.v. braak van auto-onderdelen uit auto’s, art. 311 lid 1 Sr. 1. Bewijsklachten. 2. Verweer dat sprake is van vormverzuim a.b.i. art. 359a Sv, nu verdachte na zijn aanhouding transportboeien zijn aangelegd. 3. Redelijke termijn in hoger beroep. Kon hof volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 06-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:827
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/03221
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bevoegdheden
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:827, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:400, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2023
Essentie
Medeplegen diefstal d.m.v. braak van auto-onderdelen uit auto’s, art. 311 lid 1 Sr. 1. Bewijsklachten. 2. Verweer dat sprake is van vormverzuim a.b.i. art. 359a Sv, nu verdachte na zijn aanhouding transportboeien zijn aangelegd. 3. Redelijke termijn in hoger beroep. Kon hof volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/03221
Datum 6 juni 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 juli 2021, nummer 21-003526-19, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.