Rechtspraak van de Week (RvdW)
Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/576:Oplichtingsfeiten, art. 326 Sr. Cassatiemiddel klaagt over verwerping van verweer dat de wederrechtelijkheid ontbrak omdat er aan de afgifte van geldbedragen telkens een ook door de resp. aangevers ondertekende civielrechtelijke overeenkomst ten grondslag lag. HR: art. 81 lid 1 RO.
RvdW 2022/576
Oplichtingsfeiten, art. 326 Sr. Cassatiemiddel klaagt over verwerping van verweer dat de wederrechtelijkheid ontbrak omdat er aan de afgifte van geldbedragen telkens een ook door de resp. aangevers ondertekende civielrechtelijke overeenkomst ten grondslag lag. HR: art. 81 lid 1 RO.
Documentgegevens:
HR 31-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:804
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/00456
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:804, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:317, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/00456
Datum 31 mei 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 februari 2021, nummer 21-005015-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.