Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/448
Vervoerrecht. Appelprocesrecht; grievenstelsel; grenzen rechtsstrijd.
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:594
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
21/00374
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Wegvervoer
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:594, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1104, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑02‑2021
- Wetingang
Art. 347 Rv
Essentie
Vervoerrecht. Appelprocesrecht; grievenstelsel; grenzen rechtsstrijd.
Samenvatting
De rechter in hoger beroep is in beginsel gebonden aan een voor de appellant ongunstige beslissing in de bestreden uitspraak indien die beslissing niet door een grief is bestreden. Daarbij geldt dat het voor de rechter in hoger beroep en de wederpartij voldoende duidelijk moet zijn op welke gronden de bestreden uitspraak volgens de appellant behoort te worden vernietigd (vgl. HR 5 december 2003, NJ 2004/76).
Partij(en)
Logistics Solutions B.V., te Hoofddorp, verzoekster tot cassatie, adv.: aanvankelijk mr. K. Teuben, thans mr. G.C. Nieuwland,
tegen
TSM Compagnie d'Assurances, te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.