Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/35:35 Inleiding
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/35
35 Inleiding
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691820:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 28 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO5769, RvdW 2011/183.
HR 1 juni 1990, ECLI:NL:HR:1990:AB7632, NJ 1991/759 met nt. C.J.H. Brunner (Van Lanschot Bankiers/Bink).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Verweerder kan naast (of in plaats van) een gemotiveerde betwisting ook feiten aanvoeren die indien bewezen ertoe leiden dat de vordering om een andere reden wordt afgewezen. Reageert verweerder op de vordering van eiser waarbij hij een beroep doet op een ander rechtsgevolg dan eiser beoogt, dan is dit verweer een bevrijdend verweer. Verweerder beroept zich op een nieuw feitencomplex dat is gebaseerd op een andere rechtsnorm dan de rechtsnorm die door eiser is aangevoerd; de rechtsnorm die verweerder inroept brengt een rechtsgevolg mee dat toewijzing van de vordering van eiser verhindert.1 ‘Het verweer berust op feiten die, als zij vaststaan, meebrengen dat de door de wederpartij gestelde feiten, die ook vaststaan, geen rechtsgevolg meebrengen.’2 Verweerder heeft stelplicht en dient de grondslag van zijn bevrijdend verweer en de stellingen die daarvoor worden aangevoerd bij gemotiveerde betwisting door eiser te bewijzen. Het bewijsrisico berust bij verweerder. Wanneer onduidelijk blijft of bepaalde feiten zich hebben voorgedaan komt dat voor risico van verweerder. Slaagt het beroep van verweerder niet, dan zal de rechter (een onderdeel van) de vordering toewijzen. Wanneer de rechter oordeelt dat de door verweerder gestelde feiten – ook bij vaststaan van die feiten – niet tot een rechtsgevolg kunnen leiden waarmee de vordering van eiser strandt, dan passeert de rechter het bevrijdend verweer. Het verweer kan dan niet het door verweerder gewenste rechtsgevolg hebben. Evenmin bestaat in dat geval aanleiding voor bewijslevering.
Deugdelijk bevrijdend verweer?
Een aanbod tot bewijslevering kan worden afgewezen indien het aanbod relevantie mist: wanneer het bewijsaanbod geen dan wel onvoldoende duidelijk betrekking heeft op voldoende geconcretiseerde gestelde feiten en omstandigheden die, indien bewezen, tot het honoreren van het bevrijdend verweer kunnen leiden, passeert de rechter het bewijsaanbod.3
Een in het verleden ondeugdelijk bevonden bevrijdend verweer wordt sinds het arrest Van Lanschot Bankiers/Bink4 onderzocht. Sindsdien kan de particuliere borg, wanneer een bank de borg aanspreekt, zich onder meer verweren door een beroep te doen op vernietigbaarheid van de borgstellingsovereenkomst wegens dwaling aangezien hij is uitgegaan van een verkeerde voorstelling van zaken omtrent de financiële positie van de schuldenaar. Door de uitspraak van de Hoge Raad is het verweer gepromoveerd tot een deugdelijk bevrijdend verweer. Een verweer met deze inhoud wordt niet gepasseerd door de rechter.