Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit 2008/947/JBZ inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen
Artikel 23 Verhouding tot andere overeenkomsten en regelingen
Geldend
Geldend vanaf 16-12-2008
- Bronpublicatie:
27-11-2008, PbEU 2008, L 337 (uitgifte: 16-12-2008, regelingnummer: 2008/947/JBZ)
- Inwerkingtreding
16-12-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2008, PbEU 2008, L 337 (uitgifte: 16-12-2008, regelingnummer: 2008/947/JBZ)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
In de betrekkingen tussen de lidstaten vervangt dit kaderbesluit met ingang van 6 december 2011 de overeenkomstige bepalingen van het Verdrag van de Raad van Europa van 30 november 1964 inzake het toezicht op voorwaardelijk veroordeelden of voorwaardelijk in vrijheid gestelden.
2.
De lidstaten mogen de bilaterale of multilaterale overeenkomsten en regelingen die op 6 december 2008 van kracht zijn, blijven toepassen voor zover deze verder reiken dan de doelstellingen van dit kaderbesluit en ertoe bijdragen de procedures voor het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen verder te vereenvoudigen of te vergemakkelijken.
3.
De lidstaten mogen na 6 december 2008 bilaterale of multilaterale overeenkomsten en regelingen sluiten die verder reiken dan de bepalingen van het kaderbesluit en ertoe bijdragen de procedures voor het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen verder te vereenvoudigen of te vergemakkelijken.
4.
De lidstaten geven de Raad en de Commissie uiterlijk op 6 maart 2009 kennis van de in lid 2 bedoelde overeenkomsten en regelingen die zij willen blijven toepassen. De lidstaten geven de Raad en de Commissie ook kennis van iedere nieuwe overeenkomst of regeling in de zin van lid 3, binnen drie maanden na de ondertekening daarvan.