Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/1184
Verklaring verdachte niet redengevend voor bewijs.
HR 01-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:830
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
11/05305
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:830, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:854, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑07‑2013
Essentie
Verklaring verdachte niet redengevend voor bewijs.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 3 oktober 2011, nummer 22/001935-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. E.R. Weening, te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1.
Het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage heeft bij arrest van 3 oktober 2011 – na vernietiging in cassatie van het arrest van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage van 20 maart 2009 wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging – verdachte veroordeeld wegens 1. subsidiair “Schuldheling” ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.