De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten
Einde inhoudsopgave
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/4.2.2.1:4.2.2.1 Inleiding
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/4.2.2.1
4.2.2.1 Inleiding
Documentgegevens:
Mr. dr. J.M. Meindertsma, datum 01-06-2020
- Datum
01-06-2020
- Auteur
Mr. dr. J.M. Meindertsma
- JCDI
JCDI:ADS209958:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Art. 4:34 Wft verplicht de kredietgever tot het uitvoeren van een kredietwaardigheidstoets. Dit artikel is uitgewerkt in lagere regelgeving en zelfregulering. De daarin te vinden leennormen koppelen de kredietwaardigheid primair aan het vrij besteedbaar inkomen. De kredietgever moet daarom een onderzoek uitvoeren naar het inkomen en de vaste uitgaven van de kredietvragende consument. Aan de hand van de leennormen wordt vervolgens bepaald hoeveel diegene mag lenen. Hierna wordt kort ingegaan op de inhoud en reikwijdte van de relevante normen.