Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/466
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Is voldaan aan de voorwaarden voor toewijzing van een geldvordering in kort geding? Beroep op verrekening; art. 6:136 BW.
HR 05-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:508
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 april 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/01521
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:508, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:261, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Is voldaan aan de voorwaarden voor toewijzing van een geldvordering in kort geding? Beroep op verrekening; art. 6:136 BW.
Partij(en)
5 april 2019
Eerste Kamer
18/01521
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres], gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. A.H. Vermeulen,
tegen
[verweerster], gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerster].
Conclusie
Conclusie A-G mr. L. Timmerman:
1. Feiten
1.1
Het hof Amsterdam (hierna: het hof) is in zijn bestreden arrest van 20 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.