Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/462
(Appel)procesrecht. Aan grieven te stellen eisen; uitleg grieven. Is grief tegen passeren bewijsaanbod tevens grief tegen verwerping stelling ter onderbouwing waarvan het bewijsaanbod diende?
HR 05-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:505
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 april 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01039
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:505, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:63, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑03‑2018
- Wetingang
Art. 347 Rv
Essentie
(Appel)procesrecht. Aan grieven te stellen eisen; uitleg grieven. Is grief tegen passeren bewijsaanbod tevens grief tegen verwerping stelling ter onderbouwing waarvan het bewijsaanbod diende?
Samenvatting
Volgens vaste rechtspraak worden als grieven aangemerkt alle gronden die de appellant aanvoert ten betoge dat de bestreden uitspraak behoort te worden vernietigd. De voor vernietiging aangevoerde gronden behoeven door de appellant niet uitdrukkelijk te worden aangeduid als (al dan niet genummerde) ‘grief’. Die gronden moeten wel behoorlijk naar voren zijn gebracht in het geding, zodat zij voldoende kenbaar zijn voor de rechter en voor de wederpartij, welke laatste immers moet kunnen weten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.