Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/475
Profijtontneming uit witwassen. Opvatting dat de contante betalingen en stortingen die voorwerp waren van het bewezenverklaarde witwassen, reeds daardoor wederrechtelijk verkregen voordeel opleveren is onjuist.
HR 02-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:475
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 april 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/02304
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:475, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:101, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2019
Essentie
Profijtontneming uit witwassen. Opvatting dat de contante betalingen en stortingen die voorwerp waren van het bewezenverklaarde witwassen, reeds daardoor wederrechtelijk verkregen voordeel opleveren is onjuist.
Partij(en)
2 april 2019
Strafkamer
nr. S 17/02304 P
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 3 februari 2017, nummer 22/003912-16, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1. Het gerechtshof Den Haag heeft bij uitspraak van 3 februari 2017 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.