Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/479
Verkrachting, ‘andere feitelijkheid’ a.b.i. art. 242 Sr? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 02-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:427
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 april 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/03079
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:427, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:321, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2019
Essentie
Verkrachting, ‘andere feitelijkheid’ a.b.i. art. 242 Sr? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
2 april 2019
Strafkamer
nr. S 17/03079
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 26 april 2017, nummer 23/000967-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1. Het gerechtshof Amsterdam heeft de verdachte bij arrest van 26 april 2017 ter zake van ‘verkrachting’ veroordeeld tot vierentwintig maanden gevangenisstraf.
2. Het cassatieberoep is ingesteld namens de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.